Tolkinzet, toegankelijkheid en prioriteiten

Jullie kennen vast wel de ‘last-minute tolk’ Facebook-groep. Er komen daar wel eens schrijnende oproepen langs. Zo wordt er soms een tolk gezocht voor een begrafenis (een hele trieste situatie om geen tolk te hebben), of voor een urgente medische situatie. Of ook heel belangrijk: een sollicitatiegesprek. Soms neig ik dan om ‘mijn’ tolk(en) maar op te geven voor deze belangrijke situaties, tenminste, als ik op dat moment tolken heb die voor mij werken. Het zet me wel aan het denken. Wanneer is een situatie urgent(er) of belangrijk(er)? Moeten we niet eens kijken naar situaties die prioriteit hebben ten aanzien van tolkinzet?

Nu er bij de persconferenties tolken gebarentaal worden ingezet heeft het inzetten van tolken meer bekendheid gekregen. Een positieve ontwikkeling, die ook zo zijn keerzijdes heeft. Hoewel ik het toejuich dat steeds meer organisaties bewust zijn van de rol van tolken en hoe zij zorgen voor toegankelijkheid, zijn er gevolgen waar we aandacht voor moeten hebben. Bijvoorbeeld dat er tolken worden ingezet in situaties waar geen doven aanwezig zijn, alleen maar in de naam van inclusie.

Bijvoorbeeld dat er tolken worden ingezet in situaties waar geen doven aanwezig zijn, alleen maar in de naam van inclusie.

Ik hoorde een verhaal van een tolk die was gevraagd om in het gemeentehuis te komen tolken. Ze vroeg of er doven waren en dat was niet zo. Het was voor het geval dat, zodat ze in ieder geval een tolk hadden klaarstaan. Dit is natuurlijk iets dat heel dubbel voelt. Als tolkgebruiker is het heel fijn om de keuze te hebben: ik kan gaan als ik wil, de toegankelijkheid is namelijk geregeld. Aan de andere kant is er wel weer een tolk minder voor ons.

Een ander voorbeeld: de coronadebatten. Dat zijn debatten van minimaal acht uur lang. Sinds kort wordt dat getolkt, iets dat ik enerzijds heel erg toejuich. Er is gekeken naar passende tolken die ervaring hebben met politiek, heel mooi. Maar ook hier weer dat dilemma: als deze tolken worden ingezet bij de debatten is het een dag minder dat ze kunnen tolken voor mij en mijn dove medemensen. De grote vraag is natuurlijk ook: hoeveel gebarentalige mensen kijken er eigenlijk naar deze debatten?

En dan de vele kinderen die naar het regulier onderwijs gaan. Daar zitten ook tolken die een hele dag tolken waarbij een kind maar enkele momenten naar deze tolk kijkt. Er zijn veel tolken die tolken in het basisonderwijs. Maar daar tegenover zijn zo veel opdrachten waar een tolk misschien wel veel harder nodig is. Een belangrijke vergadering of een onderwijsexamen bijvoorbeeld. Dat voelt dubbel. Ook al vind ik dat ook kinderen in het basisonderwijs een tolk in de klas moeten kunnen hebben als ze dat willen, het voelt toch als een dilemma.

De realiteit is wel dat we daar niet genoeg tolken voor hebben

Wie en wat heeft de prioriteit? Als er een begrafenis is, een belangrijke medische situatie of een sollicitatiegesprek heeft de dove persoon recht op een tolk. Als er veel tolken niet kunnen – omdat ze op het gemeentehuis moeten zijn waar misschien niemand komt, een coronadebat moeten tolken dat misschien niemand kijkt of moeten tolken voor kinderen die hen maar een paar momenten nodig hebben, voelt dat ethisch niet juist. In de naam van inclusie zou het ideaal zijn als we overal en altijd tolken kunnen inzetten wanneer we maar willen. Dat ik naar het gemeentehuis kan gaan als ik wil en dat daar dan een tolk is. Dat ik elk debat kan kijken en dat het gewoon toegankelijk is. De realiteit is wel dat we daar niet genoeg tolken voor hebben. Misschien wordt het tijd om pas op de plaats te maken en onszelf af te vragen wanneer een tolk prioriteit heeft.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Please reload

Even geduld...